Bloemrijke bermen en eikenprocessierups in Gelderland 2020.
Of een groter bloemaanbod in bermen werkelijk leidt tot populatiegroei van natuurlijke vijanden en daarmee onderdrukking van de eikenprocessierups, is onderzocht in een proef in Gelderland. De onderzoekslocaties zijn verspreid over de provincie te vinden langs provinciale N-wegen bij Barneveld, Wekerom, Didam, Heteren en Zutphen. Op elke locatie is in 2016 een bermtraject van driehonderd meter ingezaaid met een inheems bloemenmengsel. Deze bermen worden één keer per jaar in de herfst gemaaid en het maaisel wordt afgevoerd. Daarnaast is er op elke locatie een controleberm van eveneens driehonderd meter. Deze bermen zijn niet ingezaaid en worden regulier beheerd (twee keer per jaar maaien en afvoeren). Op de proeflocaties werden de nesten van de eikenprocessierups geteld en werden dagvlinders, andere insecten (waaronder natuurlijke vijanden) en de vegetatie geïnventariseerd.In 2020 werd voor het eerst een verschil gevonden in het aantal nesten tussen de ingezaaide bermen en de controlebermen. In de ingezaaide bermen zaten minder nesten per boom van de plaagsoort dan in de controlebermen. Ook werden er meer insecten, meer dagvlinders en meer potentiële natuurlijke vijanden gevonden. Een goed voorbeeld is de sluipvlieg Carcelia iliaca, die volledig afhankelijk is van de eikenprocessierups. De vlieg legt haar eitjes op de (nog levende) rupsen. Als de eitjes uitkomen, kruipen de larven de rups in en eten die van binnenuit op. Na verloop van tijd sterft de rups, waarna de sluipvlieglarven verpoppen en overwinteren in het nest van de eikenprocessierups. De sluipvlieg C. iliaca werd op alle locaties volop aangetroffen. Niet alleen werden ze op de nesten gezien (zowel hoog in de bomen als op de lage nesten en grondnesten), maar ook drinkend op de bloemen in de berm.Al deze resultaten lijken erop te wijzen dat de ingezaaide bermen meer door insecten gebruikt worden dan de controlebermen. De bedekking van bloeiende kruiden en de nectarindex waren echter niet aantoonbaar hoger in één van beide bermtypen. Dat er in de ingezaaide bermen toch meer insecten werden gevonden, houdt waarschijnlijk verband met het feit dat de meeste controlebermen midden in de zomer helemaal kaal werden gemaaid. Hierdoor is er in de ingezaaide bermen gedurende het seizoen gewoon meer te halen dan in de controlebermen. In een controleberm waar een flink deel van de vegetatie bleef staan na de maaibeurt, werden juist veel insecten gevonden. Deze observatie lijkt erop te wijzen dat juist het beheer van groot belang is voor het aantal aanwezige insecten in een berm.Zie het bericht in Nature Today van het Kenniscentrum Eikenprocessierups d.d. 18 maart 2021