Dennenprocessierups is in aantocht, gesignaleerd in de Belgische Ardennen
De dennenprocessierups is in aantocht en is al gesignaleerd in de Belgische Ardennen.
De Werkgroep Bladmineerders, onderdeel van de Vlaamse Vereniging voor Entomologie, publiceerde op 28 augustus 2024 de vondst van meerdere dennenprocessievlinders op meerdere plekken in drie provincies: Belgisch Luxemburg, Namen en Luik. De waarneming ten zuiden van Luik ligt op maar 25 kilometer van de grens met Nederland. Het is derhalve een kwestie van tijd voordat deze soort zich in Nederland gaat vestigen. Gelet op de actieradius van de vlinders is het niet uitgesloten dat de eerste exemplaren Nederland inmiddels al hebben bereikt. Omdat we al enige jaren verwachten dat de dennenprocessierupsen ook naar Nederland zullen komen, is in 2024 een monitoring met feromoonvallen opgezet door Silvia Hellingman in samenwerking met Biocontrole. Op dit moment hangen feromoonvallen in Wittem, Zundert, Venray en Gassel. Deze monitoring wordt in 2025 uitgebreid in opdracht van het Kennisplatform Eikenprocessierups.
De winternesten zijn mooi herkenbaar en makkelijk zichtbaar (foto).
De dennenprocessierups kent dezelfde levenswijze als de eikenprocessierups, met uitzondering van de waardplant. Dennenprocessierupsen kunnen worden aangetroffen in allerlei naaldbomen. In de literatuur worden ook steeneik (Quercus ilex) en meidoorn (Crataegus laeviegata) als mogelijke waardbomen genoemd. Het zijn eveneens sociale rupsen die in een groep leven. Net als de eikenprocessierups heeft ook de dennenprocessierups brandharen. Ze hebben er zelfs nog meer dan de eikenprocessierups, tot wel een miljoen in het vijfde larvestadium.
De timing van de verschillende levensstadia verschilt duidelijk met die van de eikenprocessierups. De dennenprocessierups komt in september uit het ei en gaat als rups de winter door terwijl ze in hun nesten zitten. Ze vormen hun nesten al direct na uitkomst van de eitjes. Hierdoor zijn ze in de eerste drie larvestadia makkelijker op te sporen dan de eikenprocessierupsen. Uiteindelijk ontstaan witte nesten in bomen en ook op jonge planten (zaailingen). In maart verlaten ze de waardplanten en gaan ze in processie aan de wandel op zoek naar een plek om zich in te graven in de grond om zich te verpoppen.
In tegenstelling tot de eikenprocessierups graven alle dennenprocessierupsen zich in om zich in de grond te verpoppen. Als ze over de grond lopen, is er een grotere kans dat ze in contact komen met de mens en dier. De dennenprocessierupsen zijn over het algemeen kalm. Ze laten alleen hun brandharen los bij verstoring.