Eerste eitjes eikenprocessierups uitgekomen
Maandag 31 maart 2025 werden de eerste jonge eikenprocessierupsen in Zuid-Holland waargenomen. De dagen erna zijn ook de eerste rupsjes gemeld uit het eikenprocessierups-proefstation in Drenthe en uit Hengelo en Mill.
De hoge temperatuur zorgt voor een versnelde ontwikkeling van de bladontplooiing van de eiken. De net ontplooide bladeren zijn nog zacht en mals, waardoor ze goed te eten zijn voor de jonge rupsen. Op eiken waar het blad zich nog niet ontplooit, vreten de jonge rupsen zich in de knoppen. De komende tijd blijft het zeer waarschijnlijk ook droog. Het zijn ideale omstandigheden voor de rupsen om zich goed en snel te ontwikkelen.
De haren van de kleine rupsen veroorzaken geen overlast. De brandharen verschijnen pas in het vierde larvestadium. Op basis van de huidige weersverwachting verwachten we dat de eerste rupsen rond 17 mei in dit stadium komen. Dat is ook het moment dat ze nesten gaan maken.
We voorspellen voor dit jaar een lage plaagdruk met in de noordelijke provincies een hogere plaagdruk dan in de rest van het land. Zie het Natuurbericht op Nature Today ‘Aantal eikenprocessievlinders zakt verder naar laagste niveau in veertien jaar‘.
Maar er zijn onzekere factoren. Het is mogelijk dat door de slechte weersomstandigheden van vorig jaar vlinders minder ver vlogen. Dat kan betekenen dat er lokaal concentraties van overlast gevende eikenprocessierupsen kunnen optreden.
Ook blijven grondnesten een onzekere factor. De vlinders die afgelopen najaar uit de grondnesten zijn gekropen, kunnen mogelijk ook voor een onderschatting van de aantallen hebben gezorgd. Uit onze observaties blijkt dat de vlinders uit grondnesten laag in de boom paren en vervolgens laag eitjes afzetten op stamscheuten. Een deel van de rupsen die de grond in zijn gekropen, heeft zich mogelijk nog niet verpopt tot vlinder. Deze rupsen zitten in hun grondnesten te wachten op gunstige omstandigheden om als rups de grond uit te komen, en hun laatste larvale stadia als rups te doorlopen. De ervaring uit voorgaande jaren leert ons dat dit verschijnsel zich vanaf half juni kan voordoen. Rond die tijd is het voor boomeigenaren dus belangrijk om alert te zijn op het plotseling verschijnen van grote aantallen rupsen, terwijl er nauwelijks vraat aan de bladeren te zien is. Deze rupsen komen met brandharen uit de grond en verblijven meestal laag op de stam. Daardoor is er een extra risico op contact met mensen of (huis)dieren. Ook in eiken waar eerder in het seizoen geen rupsen werden geconstateerd, of waar preventief gespoten is op risicolocaties, kunnen deze grondnestrupsen alsnog voor onverwachte overlast zorgen. Alertheid blijft dus geboden. Zeker op risicolocaties waar de rupsen gezondheidsproblemen kunnen veroorzaken.
Dankzij een lagere plaagdruk is er minder aandacht voor beheersing van de eikenprocessierups. Gezien de ervaring vanuit het verleden, waarin cyclische pieken zijn waargenomen, is het juist nu raadzaam om in te zetten op het stimuleren van natuurlijke plaagonderdrukking. Zo kan er een balans opgebouwd worden en een robuust natuurlijk predatiesysteem ontwikkelen.